Voeg de gedroogde gist en suiker bij de lauwwarme melk en zorg ervoor dat de gist zoveel mogelijk is opgelost. Laat dit mengsel voor ongeveer 10 minuten staan, zodat de gist kan activeren.
Zeef de bloem en meng dit samen met het zout door elkaar. Voeg het gistmengsel en het ei toe en kneed dit mengsel tot een egaal en soepel deeg. Er moet een vliesje ontstaan als je het deeg uit elkaar trekt. Dit duurt met de hand ongeveer 10-15 minuten.
Kneed er stukje voor stukje de boter doorheen, totdat het geheel is opgenomen. Kneed er als laatst de gewelde rozijnen doorheen.
Dek de kom met deeg af met een vochtige schone theedoek en laat het deeg op een warme plek voor 1 uur rijzen.
Verdeel het deeg vervolgens in gelijke stukken van ongeveer 60-90 gram per bolletje. Vorm ze tot een rond bolletje. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en laat de broodjes voor 30 minuten rijzen.
Verwarm intussen de oven voor op 220°C boven- en onderwarmte.
Bak de broodjes in ongeveer 10-15 minuten goudbruin en gaar.
Bestrijk de bolletjes eventueel met boter na het bakken voor een glanzend effect.